De beeldwereld van de middeleeuwen was bevolkt met talloze wondere wezens. Je komt ze tegen in ontzettend veel kunstwerken, zowel op kapitelen van kerken en kloosters, op koorbanken, schilderijen, reliekschrijnen, kapitelen, kandelaars en retabels, maar ook in de marges van de schitterende miniaturen. Kleine fantasierijke monstertjes, maar ook echte fabeldieren. Ze zijn creaties van de kunstenaars maar vinden hun oorsprong in de bijbel, antiek mythologieën, volksverhalen en verhalen van reizigers in verre landen en werden ook uitvoerig beschreven en afgebeeld in zogenaamde Bestiaria. Harpijen, griffioenen, basilisken, sfinxen, eenhoorns, al dan niet zevenkoppige draken, cynocefalen, sirenen, zeemeerminnen en -ridders, mantichoren, aspidochelones, hydra’s, feniksen, kentauren, chimaera’s, amphipterae, amphisbaena’s, kraken, bisschopsvissen enz. enz. Ja, die middeleeuwers hadden er nogal wat, de ene al vreemdsoortiger dan de andere met soms bijzonder exotische namen.

In onze ogen misschien onmogelijke wezens, voor een middeleeuwer doorgaans een realiteit, want ze worden vermeld of beschreven in de Bijbel of in studies van Griekse en Romeinse schrijvers. Aan hun gezag durfde niemand te twijfelen. Fabeldieren hebben vaak kenmerken van verschillende dieren of zijn samengesteld uit delen van mensen en dieren die normaal niet bij elkaar passen. Zo heeft de griffioen het lichaam van een leeuw, de kop, de vleugels en de klauwen van een adelaar met een hanenkam en het lijf bedekt met schubben. Hij leek hiermee wat op de basilisk die in de middeleeuwen dan weer het lijf van een slang kreeg. Ook de amphiptera had een slangachtig lijf, twee grote vleermuisvleugels en een drakenkop.

Vaak waren ze kwaadaardig en werden dan bestreden door heiligen (Daniël, Sint-Joris en Sint-Michiel) of dappere helden (Siegfried, Walewein, Beowulf). Ze konden mensen schade berokkenen, zoals de sirenes of meerminnen door schippers naar gevaarlijke klippen te lokken, met als bekendste voorbeeld de Lorelei op de Rijn. Fabeldieren bracht men vaak aan om gebruiksvoorwerpen of gebouwen om het kwade af te weren of om voorspoed te verkrijgen. Andere fabeldieren hadden een veel positievere connotatie zoals Pegasus, of konden mensen genezen zoals de hoorn en het bloed van de eenhoorn.

Fabeldieren leven tot op de dag van vandaag door. Denken we maar aan het monster van Loch Ness. En soms duiken er ook wel eens nieuwe fabeldieren op zoals de fabeldieren uit Harry Potter.